Verkeersdrempels. We zijn het er allemaal over eens. In drukke woonwijken, bij crèches en scholen, in de buurt van sportverenigingen is het wel zo veilig als auto’s langzaam rijden. Verkeersdrempels zijn effectief om de snelheid af te remmen, maar niet altijd ‘lekker’ te nemen. Een alternatief met hetzelfde positieve effect op de veiligheid is nog niet uitgevonden. Vraag is dus: Hoe kunnen we er zo comfortabel mogelijk overheen?
Verkeersborden met een maximumsnelheid hebben (te) weinig effect. Daarom zochten (lokale) overheden naar effectievere methoden om de snelheid omlaag te brengen. En zo deed in de jaren ’80 de verkeersdrempel zijn intrede. Ze zijn er in alle soorten en maten, in de bebouwde kom en op provinciale wegen. Vooral de drempels in de bebouwde kom zijn echte comfortkillers. Bovendien kunnen ze zelfs schade aan de auto toebrengen als je daar niet op de juiste manier overheen rijdt. Als je te vaak een scheurend geluid hoort bij een hobbel, kun je zelfs ware drempelvrees oplopen. Citroën heeft wel een paar handige tips.
6 Tips om af te rekenen met drempelvrees
1. Een vooruitziende blik:
Goed anticiperen en kijken naar de vorm van de drempel helpt bij het juist inschatten van de snelheid waarmee de drempel genomen kan worden. Houd daarbij ook rekening met de belading van de auto. Bij zware belading door veel bagage of meerdere passagiers, zal de auto nog verder inveren, dus moet je nog rustiger over de drempel heen.
2. Laat los!
Rem ruim op tijd af en laat vlak voor de drempel het rempedaal los. De voorkant van de auto, die naar beneden geduwd wordt tijdens het remmen, komt dan weer omhoog. Dat verlaagt de kans op beschadigingen, maar geeft ook de vering en dempers de kans om de klap comfortabel op te vangen.
3. Twee is ideaal
In de bebouwde kom geldt dat de tweede versnelling het ideale drempelverzet is. Laat de auto in deze versnelling vooral rustig over de drempel rijden. Bij een auto met een automaat kiest de auto zelf de juiste versnelling.
4. Rollen
Laat de auto met gelijke snelheid over de drempel rollen. Accelereer pas weer naar de maximaal toegestane snelheid als je de verkeersdrempel volledig gepasseerd bent, zodat de achterkant van de auto niet te ver inzakt bij het verlaten van de drempel. Wel zo prettig voor passagiers achterin.
5. Diagonaal
Snijd de drempel eventueel diagonaal aan als de auto een laag onderstel heeft of als er een relatief grote afstand zit tussen de voorbumper en het voorste wiel (grote vooroverhang). De kans dat je de onderkant van de bumper of andere onderdelen beschadigt, is dan kleiner dan als je frontaal over een drempel rijdt.
6. Twee wielen
Als de drempel niet de volledig breedte van de weg inneemt, rijd dan met de linker of rechter wielen langs de verkeersdrempel. Dat zorgt voor minder carrosseriebewegingen en meer comfort dan als je met vier wielen over de drempel rijdt.
Auto blij, jij blij!
Automobilisten die deze tips toepassen, merken direct de positieve gevolgen. Jij en je eventuele passagiers worden niet meer bij elke drempel ruw door elkaar geschud. Bovendien is het goed nieuws voor de auto zelf. De juiste snelheid bij het nemen van drempels voorkomt dat de auto abrupt, sterk inveert. Zo voorkom je ook schades aan bijvoorbeeld spoilers en de onderzijde van de auto. Ergeren aan verkeersdrempels heeft geen zin. Ze liggen er nu eenmaal, het zijn blijvertjes en ze zijn nuttig voor de verkeersveiligheid. Met de juiste mindset komen we die drempelvrees met gemak te boven.
Met dank aan Citroën Nederland voor deze uitgebreide tips tegen drempelvrees en de foto’s!
Lees ook de review van de Citroën Grand C4 Spacetourer (die overigens totaal geen moeite heeft met drempels!)
Citroen Grand C4 Spacetourer
“Zodra ik in de Citroën Grand C4 Spacetourer stap (wat een mond vol trouwens), merk ik dat ik direct voor de bijl ga. De panoramische voorruit en het dakraam van ruim 5 m2 overstelpen me met licht, lucht en vrijheid. Dit zijn voor mij de ultieme ingrediënten om echt volop te genieten van een autorit. Ik onderdruk een enthousiaste: “Joehoe”, omdat ik denk dat toch niemand het hoort. Mijn hart maakt echter jubelsprongetjes….”
